Vaste vergoedingen in 2020
Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis tot een verandering van hun reispatroon. Deze verandering kan meebrengen dat een werkgever de vaste reiskostenvergoeding moet
- aanpassen of
- geheel of
- gedeeltelijk tot het loon moet rekenen.
Aangezien dit niet doelmatig en ongewenst is, heeft staatssecretaris Vijlbrief goedgekeurd dat een werkgever gedurende het jaar 2020 voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen verbindt aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer. In 2020 mogen werkgevers dus voor de vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer de thuiswerkdagen van werknemers als reisdagen beschouwen. Deze vergoeding kunnen zij gericht vrijstellen. Daarmee kunnen zij onbelast de reiskosten blijven betalen. Ook voor wat betreft de vaste kostenvergoedingen mogen werkgevers blijven uitgaan van de feiten en omstandigheden waarop de vergoeding is gebaseerd. Voor zowel de vaste reiskostenvergoeding als de vaste kostenvergoedingen geldt de goedkeuring als er vóór 13 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht op de vergoeding bestond.
Deze goedkeuringen vervallen per 1 januari 2021
Werkgevers moeten reispatroon in kaart brengen
Het vervallen van de goedkeuringen betekent dat werkgevers volgend jaar het (veranderde) reispatroon woon-werk van hun werknemers in kaart moeten brengen. Ze moeten dit toetsen aan de 36 weken of 128 dagen-eis. En ze moeten nagaan of zij nog een vaste vergoeding kunnen geven. Werkgevers kunnen ook de kosten van woon-werkverkeer vergoeden op basis van de werkelijk gereisde dagen. Verder kunnen werkgevers dus vanaf 1 januari 2021 over de thuiswerkdagen geen vergoeding meer geven voor kleine kosten. Door het meer thuiswerken zijn bij veel werkgevers de feiten en omstandigheden veranderd. Zij moeten dus goed beoordelen of de onderbouwing voor de vergoeding in 2021 nog volstaat.
Wij ontzorgen u graag bij vragen over deze regelingen.
Bron: Rendement Online https://www.rendement.nl