Of een aanspraak op een uitkering bij het einde van een dienstverband tot het loon behoort of niet, hangt af van de soort en de hoogte van de uitkering. In een handreiking van Forum Salaris, het online forum van de Belastingdienst, wordt uiteen gezet welke mogelijkheden er zijn.
In een aantal gevallen heeft een werknemer recht op een eenmalige uitkering bij het einde van zijn dienstverband. Dit recht wordt ook wel een aanspraak genoemd. Voor het uitkeren van een eenmalige uitkering bij het einde van het dienstverband zijn er twee mogelijkheden:
- Een werkgever betaalt de uitkering bij het einde van het dienstverband door arbeidsongeschiktheid van een werknemer of wanneer deze de pensioenleeftijd bereikt.
- Een werkgever betaalt de uitkering bij het einde van het dienstverband om een andere reden dan arbeidsongeschiktheid of overlijden van een werknemer, vervroegd uittreden of het bereiken van de pensioenleeftijd.
Als een aanspraak is vrijgesteld, betekent dit meestal dat de werkgever de loonheffingen niet betaalt wanneer de aanspraak ontstaat, maar pas wanneer de uitkeringen worden uitbetaald. Dit heet de ‘omkeerregel’.
Einde dienstbetrekking door arbeidsongeschiktheid of pensioen
Als een werknemer bij het einde van het dienstverband recht heeft op een eenmalige uitkering door arbeidsongeschiktheid of doordat hij de pensioenleeftijd bereikt, bepaalt de hoogte van de uitkering of de aanspraak onbelast of vrijgesteld is. Is de uitkering maximaal driemaal het loon over een maand? Dan is de omkeerregel van toepassing en is de aanspraak vrijgesteld en de uitkering belast. Het loon dat de hoogte van de vrijstelling bepaalt, is daarbij gelijk aan het loon over een maand dat de hoogte van de diensttijduitkering bepaalt.
Maar heeft een werknemer recht op een hogere eenmalige uitkering, dan hoort de volledige aanspraak tot het loon. De aanspraak is dan dus volledig belast en de uitkering is vrijgesteld. Een werkgever mag wel de aanspraak aanwijzen als eindheffingsloon en ten laste laten komen van de vrije ruimte.
Volledig vrijgestelde aanspraak bij andere reden
Een dienstverband kan ook eindigen om een andere reden dan arbeidsongeschiktheid of overlijden van een werknemer, vervroegd uittreden of het bereiken van de pensioenleeftijd. Ook in dat geval is de volledige aanspraak op een eenmalige uitkering vrijgesteld en de uitkering belast. Hoe hoog de uitkering is, maakt in die situatie niet uit. De uitkering die de werkgever dan betaalt behoort tot het loon, tenzij het gaat om een vrijgestelde diensttijduitkering. Voorbeelden van dergelijke uitkeringen zijn een transitievergoeding of ontslagvergoeding.
Aanspraak ten onrechte niet tot het loon gerekend
Heeft een werkgever een aanspraak niet tot het loon gerekend, terwijl hij dat wel had moeten doen? En is deze aanspraak minder dan vijf jaar geleden toegekend? Dan moet hij over die aanspraak alsnog loonheffingen afdragen. Hij kan dit doen met een correctiebericht.
Is de aanspraak langer dan vijf jaar geleden toegekend, dan hoeft een werkgever geen correctiebericht in te sturen. De eventuele uitkeringen of verstrekkingen die uit deze aanspraak voortvloeien zijn dan alsnog belast.
Advies voor uw front- en backoffice
Is deze situatie voor u van toepassing? Wij adviseren u graag over wat deze regelingen voor uw organisatie betekenen.