Uit een onderzoek van TNO blijkt dat in 2019 17% van de werknemers last heeft van burn-outklachten. Er was lang niet altijd één specifieke oorzaak aan te wijzen. Meestal werd dit veroorzaakt door diverse factoren die uiteindelijk tot burn-outklachten leidden.
Wel werd het werk het meest als oorzaak aangewezen en dan specifieker de werkdruk en de emotionele belasting die daaruit voortkomt. Maar ook minder harde oorzaken zoals het gevoel altijd beschikbaar te moeten zijn en het steeds meer zakelijk te moeten handelen. Daarna volgen de persoonlijkheidskenmerken zoals bijvoorbeeld perfectionisme en als derde privéproblemen.
Door alle gevolgen van COVID-19 zullen burn-outklachten waarschijnlijk eerder toenemen dan afnemen.
Werknemers kijken in toenemende mate hierbij ook kritisch naar zichzelf. Zij realiseren zich vaker dat ze zelf ook op tijd moeten melden als ze tegen hun grenzen aanlopen en meer rust moeten nemen.
In het onderzoek vroeg TNO hoe er gedacht werd dit groeiende probleem aan te kunnen pakken. Hierbij kwam het woord preventie het meeste naar voren. Daarbij werd aangegeven dat de leidinggevende hierin een belangrijke rol kan spelen. Deze zal een signalerende rol moeten spelen. Ook zou het goed zijn als er binnen de organisatie geen taboe heerst voor wat betreft psychische klachten.