Vraag direct uw
kostenindicatie aan

Eerder schreven we al een artikel over de VPB plicht van stichtingen en verenigingen. Een recent arrest van de Hoge Raad geeft meer ruimte voor de invulling van de vrijstelling van de VPB voor startende stichtingen of verenigingen. In dit artikel lichten wij toe welke gevolgen dit arrest heeft.

Winstvrijstelling

De winstvrijstelling is in de wet als volgt geregeld: Als een stichting of vereniging in een jaar minder dan € 15.000 winst maakt, is deze subjectief vrijgesteld van VPB (eerste winstgrens). Is de winst hoger dan € 15.000 maar is deze samen met de vier voorgaande jaren lager dan € 75.000 (tweede winstgrens)?  Dan is de vrijstelling ook van toepassing. Bij een recent opgerichte stichting of vereniging kan het natuurlijk zo zijn dat deze nog geen vijf jaar bestaat. Hoe moeten de winstgrenzen dan worden toegepast?

Gevolgen voor de praktijk

In het voornoemde arrest is bepaald dat de € 75.000 (tweede winstgrens) niet tijdsevenredig hoeft toegepast te worden als de stichting of vereniging minder dan vijf jaar bestaat. Als de stichting of vereniging bijvoorbeeld drie jaar bestaat mag er nog steeds van de € 75.000 uitgegaan worden en niet 3/5 van de € 75.000.

Een voorbeeld:
Stel nu dat uw stichting of vereniging

  • in jaar 1 een winst heeft van € 10.000,
  • in jaar 2 ook een winst van € 10.000 en
  • in jaar 3 een winst van € 40.000.

Dan moet in jaar 3 aan de tweede winstgrens getoetst worden. De totale winst over 3 jaar bedraagt dan € 60.000. Dat is meer dan 3/5 van € 75.000, maar wel minder dan € 75.000. De Hoge Raad heeft echter beslist dat de vrijstelling in jaar 3 in deze situatie toch geldt.

Winstgrens

Daarnaast is in het besluit bepaald dat de winstgrens maar eenmaal per jaar getoetst moet worden. Dit is van belang als een stichting of vereniging belastingplichtig is voor de VPB. Stel nu dat de belastingplicht vervalt doordat de winsten lager zijn. Dan geldt vanaf dat moment een vrijstelling. Maar het kan wel zo zijn dat er over een stakingswinst moet worden afgerekend. Deze stakingswinst moet dan worden opgenomen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vrijstelling ontstaat.

Belastingplicht

Daarnaast kan het zijn dat een vereniging of stichting het ene jaar belastingplichtig is en het jaar erna weer vrijgesteld. Er vindt dan een sfeerovergang plaats van belast naar onbelast. Dat kan betekenen dat afgerekend moet worden over de stille reserves. Het is de vraag of dit wenselijk is. Soms kan het dan zinvol zijn voor de stichting of vereniging om te kiezen voor vrijwillige belastingplicht. Dit kan soms ook zinvol zijn als er verliezen worden gemaakt.

Vragen over vrijstelling

Is uw stichting of vereniging pas recent opgericht? En heeft u vragen over de VPB-vrijstelling? Neem dan gerust contact met ons op. Als dienstverlener voor non-profitorganisaties hebben wij hier veel ervaring mee.